Big six is een dartspel waarbij het eropaan komt om het je tegenstander(s) zo moelijk mogelijk te maken. Dit doe je door ervoor te zorgen een zo lastig mogelijk plek op het dartbord “weg te zetten” voor je tegenstander(s). Maar let op: de kans is aanwezig dat je deze plek zelf ook nogmaals moet raken! Big 6 is een zeer leuk dartspel dat zeer regelmatig gespeeld wordt na de reguliere wedstrijden.
Uitleg Big 6 dartspel
Big 6 kun je met meerdere personen spelen. Poultjes met 6 personen zijn heel normaal. Als eerste begin je met de namen van alle deelnemers op te schrijven met achter elke naam 6 kruisjes. Deze kruisjes staan voor de 6 levens die je hebt.
De speler die mag beginnen moet als eerste de grote 6 oftewel de Big Six raken (geel gemaakt in de afbeelding). Als de big 6 geraakt is mag de speler het voor de volgende zo lastig mogelijk gaan maken.
Belangrijke regel bij Big 6: als je met jouw laatste (3e) pijl het getal of de plek raakt die voor jou is weggezet mag je vervolgens ALLEDRIE jouw pijlen gebruiken om het moeilijk te maken voor de volgende speler(s). Straks meer hierover.
Om het spel te begrijpen is het ’t makkelijkst om een wedstrijd te schetsen. Stel er zijn 4 spelers. P1, P2, P3 en P4.
speler 1 (P1) raakt met zijn eerste pijl de grote 6. Vervolgens heeft hij 2 pijlen om het zo moeilijk mogelijk te maken voor de andere spelers. Hierbij kun je denken aan tripples, dubbels of de enkele of dubbele bull. Er zijn echter veel meer mogelijkheden, die juist dit spel zo leuk maken. Denk aan het rondje van de 10 of 20. Wanneer je de pijl tussen twee cijfers ingooit heet dit een “split”. Zo kun je bijvoorbeeld “Split 11” of “Split 16” gooien. In de afbeelding en paar voorbeelden (gele stippen).
Oke we zijn dus nog bij P1. Hij heeft nog twee pijlen om het voor zijn tegenstander(s) moeilijk te maken. Hij raakt met zijn 2e pijl de tripple 20. Speler 1 MOET nu stoppen. Wanneer je een geldige score* raakt tijdens het wegzetten (binnen de regels van Big 6) is dit het einde van jouw beurt.
Speler 2 moet vervolgens éérst de tripple 20 raken. Speler 2 mist vervolgens met alle drie zijn pijlen tripple 20. Er wordt vervolgens één kruisje van zijn levens weggeveegd. Hij mist wéér 3 maal. Wéér een kruisje wegvegen bij P2. Bij zijn 3e poging raakt hij met zijn 2e pijl de triple 20. Hij heeft nu één pijl om hem weg te zetten voor de volgende. Let op: als je tijdens het wegzetten geen geldige score* raakt, mag je opnieuw 3 pijlen gebruiken om hem weg te zetten, maar dit kost je wel één leven. Speler 2 raakt echter de bulls eye met zijn laatste pijl. Speler 2 is twee kruisjes armer en de beurt is nu aan P3.
Speler 3 raakt met zijn 3e pijl de bull’s eye. Omdat hij dit met zijn laatste pijl doet mag hij 3 darts gebruiken om hem weg te zetten voor P4. Speler 3 wil het rondje van de 20 raken. De eerste pijl is mis, zijn tweede pijl gooit hij zo slecht dat deze in de grote 20 komt. Dit is het einde van de beurt van P3. Zodra je een score* raakt tijdens het wegzetten is je beurt namelijk voorbij! Speler 3 heeft nog wel al zijn levens.
Speler 4 moet beginnen met de grote 20. Hij is een ervaren speler en gooit bewust 2 darts mis zodat hij met zijn 3e dart de grote 20 kan raken. Dit lukt! Hij raakt de grote 20 met zijn derde dart en heeft 3 pijlen om hem weg te zetten. Speler 4 gaat voor “split 11”. Met zijn eerste 3 pijlen raakt hij niets. Dit kost hem een kruisje. Vervolgens gooit hij in zijn nieuwe beurt inderdaad split 11.
Speler 1 gaat nu weer beginnen en moet éérst de split 11 raken voor hij hem weer kan wegzetten. Elke keer als dit niet lukt is hij weer een leven kwijt.
Dit spel herhaalt zich steeds en diegenen die al hun levens kwijt zijn vallen af. Uiteindelijk zijn er nog twee spelers over bijvoorbeeld P1 en P2. Beide hebben nog 1 leven. P1 is aan de beurt en raakt zijn getal, en zet hem voor P2 weg op “rondje 10”. Het lukt speler 2 niet om deze te raken en hij is ook zijn laatste leven kwijt. Maar let op! Speler 1 heeft nu niet automatisch gewonnen. Hij moet óók nog de door hemzelf weggezette rondje 10 raken. Lukt hem dit niet binnen het aantal beurten (kruisjes) die hij nog heeft staan dan is de hele wedstrijd onbeslist!
Big six lijkt een ingewikkeld spel, maar na twee ronden spelen is het allemaal duidelijk en zeer leuk om te spelen. Op onze dartclub wordt dit dartspel zeer vaak gespeeld. Het is leuk én het is een mooi trainingsspel!
Belangrijkste regels
- De eerste speler moet als eerste de grote 6 raken
- Als je drie pijlen mist op het getal of vlak dat je moet raken kost dat je een leven
- Als je alle 6 je kruisjes kwijt bent val je af
- Als je iets wilt wegzetten is de eerste geldige score* die je gooit gelijk het einde van jouw beurt
- Diegene die als laatste overblijft moet ook altijd nog de score gooien die op dat moment weggezet is
- Gooi je met je laatste dart de score die je moet gooien dan mag je alle 3 je pijlen gebruiken om iets weg te zetten
- Als je 3 pijlen mist tijdens het “wegzetten” kost je dat een leven maar mag je opnieuw 3 darts gebruiken om hem weg te zetten
*Geldige scores binnen Big 6 zijn: alle reguliere dartscores, dubbels, tripples, enkele en dubbele bull. Daarnaast is bijna alles wat te maken heeft met de cijfers op het bord een geldige score. Rondje 10, rondje 20, rondje 8 (bovenste of onderste), rondje 16, enz. enz. Elk getal bestaande uit twee cijfers kun je “splitten” door er tussen te gooien. Bijvoorbeeld split 10, split 11, split 12, enz.